NOORDOOSTPOLDER - De komende drie jaar slaan de gemeente Noordoostpolder, de provincie Flevoland, LTO Noord, het Rijksvastgoedbedrijf en het Waterschap Zuiderzeeland de handen ineen om nieuwe toekomstperspectieven te ontwikkelen over hoe we om kunnen gaan met bodemdaling. Zij tekenden hiervoor op 22 september 2021 in het Lichtwachtershuis op Schokland de intentieverklaring ‘Gebiedsproces Bodemdaling Flevoland’. Volgens gedeputeerde Duurzaamheid, Bodem en Milieu van de provincie Flevoland Cora Smelik ligt het belang van een goed gebiedsproces vooral bij de agrariërs die ook op de langere termijn hun grond optimaal willen blijven benutten. “Het gebiedsproces pakken we dus samen aan met individuele agrariërs. We starten het gebiedsproces op in Noordelijk Flevoland.”

Gezamenlijk vraagstuk
Al langere tijd is bekend dat in Flevoland sprake is van bodemdaling. Op de lange termijn komt er op die plaatsen meer vernatting van landbouwgrond. Hoogwaardige landbouw, zoals die in Flevoland plaatsvindt, kan hierdoor in de problemen komen. Dit is niet eenvoudig op te lossen en vraagt kennis, kunde en betrokkenheid van veel verschillende partijen. Om te onderstrepen dat het een gezamenlijk vraagstuk is en alle betrokken belangen meepraten, is besloten om een gebiedsproces op te starten. De vijf organisaties willen Flevolandse agrariërs helpen om tijdig inzicht te krijgen in alternatieve scenario’s. Die hoeven niet alleen agrarisch te zijn. Het kunnen ook scenario’s zijn die meer maatschappelijk van aard zijn, zoals woningbouw, energietransitie of verduurzaming. Agrariërs en overheden zoeken in het gebiedsproces samen naar wat haalbaar en kansrijk is.

Wat gaan we doen?
In november 2021 organiseren de partijen een startbijeenkomst voor en met agrariërs uit noordelijk Flevoland. In 2022 volgt een bijeenkomst voor zuidelijk Flevoland. De komende drie jaar is gericht op het verzamelen van kennis en het opzetten van pilots in de praktijk. Deze kennis geeft inzicht in welke alternatieven voor agrariërs leiden tot een gezonde bedrijfsvoering en voor overheden tot het bereiken van maatschappelijke doelen. Uiteraard wordt daarbij ook rekening gehouden met kansen en beperkingen in de huidige regelgeving en beleid. Het doel is dat agrariërs hun ondernemerskeuzes hierop kunnen baseren. Gedeputeerde Smelik: “Samen met onze partners kijken we naar het hele verhaal, inclusief het verdienmodel voor de agrariërs, de voor- en nadelen voor alle betrokken belangen, de drempels in wet- en regelgeving. We toetsen praktische oplossingen in pilots. Door dit gezamenlijk met alle betrokkenen op te pakken krijgen we een brede bewustwording van de knelpunten en van de toekomstige kansen voor dit gebied.”