URK - De rechtbank veroordeelt een 29-jarige man uit Urk tot een taakstraf van 240 uur en gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 175 dagen voorwaardelijk. De man maakte zich schuldig aan mishandeling met de dood tot gevolg.


De man gaf in 2024 tijdens Koningsnacht op Urk na een woordenwisseling het slachtoffer een vuistslag in zijn gezicht, waarna het slachtoffer op de grond viel en een schedelbreuk en bloedingen in het hoofd opliep. Het slachtoffer overleed hier negen dagen later in het ziekenhuis aan.

Schuldig aan mishandeling

De rechtbank oordeelt dat de man het slachtoffer niet heeft geslagen met de bedoeling om hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Omdat niet vast staat hoe hard de man geslagen heeft kan de rechtbank ook niet vaststellen dat sprake was van een aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel zou oplopen als gevolg van de vuistslag en dat de man die kans op de koop toe nam. De rechtbank spreekt hem dan ook vrij van de tenlastegelegde poging tot zware mishandeling. De rechtbank vindt dat de man wel schuldig is aan mishandeling.

Onherstelbaar leed

Hoewel voor de rechtbank vaststaat dat de man nooit heeft gewild dat het slachtoffer zou komen te overlijden, is dit wel het gevolg geweest van zijn handelen. Het slachtoffer is zijn meest kostbare bezit - zijn leven - kwijtgeraakt. Het overlijden van het slachtoffer veroorzaakte daarnaast onherstelbaar leed voor zijn nabestaanden. Hun leven is voorgoed veranderd.

Causaal verband

De advocaat voerde aan dat het overlijden van het slachtoffer niet aan de man is toe te rekenen, omdat het ambulancepersoneel dat de man onderzocht na de val (mogelijk) verkeerd heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt dat het slachtoffer door de vuistslag viel en met zijn hoofd op de grond kwam. Hierdoor liep het slachtoffer een schedelbreuk en bloedingen in de hersenen op, waaraan hij overleed. De vuistslag van de man is een onmisbare schakel in de gebeurtenissen die tot de dood van het slachtoffer hebben geleid. De dood van het slachtoffer kan daardoor redelijkerwijs aan de man worden toegerekend. Aan die toerekening staat eventueel verzuim van het ambulancepersoneel niet in de weg.

Maximale taakstraf

De rechtbank veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 175 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van het voorarrest. Daarnaast legt de rechtbank de maximale taakstraf van 240 uren op.

De rechtbank realiseert dat geen enkele straf het verdriet bij de nabestaanden kan wegnemen. De rechtbank vindt - kijkend naar de verstrekkende gevolgen die de klap heeft gehad - een gevangenisstraf passend. Het ging echter feitelijk gezien om één vuistslag. De rechtbank weegt ook mee dat de man nooit eerder is veroordeeld en het direct na de klap wilde uitpraten met het slachtoffer, nog voordat hij wist hoe ernstig de gevolgen zouden zijn. Hij probeerde de volgende ochtend ook het slachtoffer te bellen. Toen de man later die dag hoorde dat er een traumahelikopter naar het adres van het slachtoffer ging, meldde hij zich direct bij de politie en vertelde dat hij het slachtoffer had geslagen. Ook probeerde de man in contact te komen met de nabestaanden.

Schadevergoedingen

Tot slot moet de man aan de moeder van het slachtoffer 20 duizend euro en aan de vader van het slachtoffer 15 duizend euro affectieschade betalen en aan al de nabestaanden gezamenlijk 686 euro aan vergoeding van de materiële schade.